Krimp bedreigt scholen in de regio in hun voortbestaan. Het kan niet zo zijn dat goed onderwijs op redelijke afstand straks alleen nog in de Randstad bestaat.
Een vertrouwd en bekend beeld bij ons in Drenthe: honderden kinderen die dagelijks door weer en wind op de fiets stappen om naar de middelbare school te gaan. Ook zelf heb ik jarenlang de route van Koekange naar Hoogeveen per fiets afgelegd. Vijftien kilometer heen, vijftien kilometer terug. Daar ben ik niet minder van geworden. Maar het vraagt van scholieren in plattelandsregio´s wel extra tijd en energie ten opzichte van hun klasgenoten uit de stad. Teruglopende leerlingenaantallen en een nieuw bekostigingsmodel zetten echter het breed toegankelijk voortgezet onderwijs in dunbevolkte regio´s steeds verder onder druk.
Bezorgdheid
In september 2018 kwamen de besturen van zes plattelandsprovincies, waaronder Drenthe, met een gezamenlijke brief naar de Tweede Kamer. Daarin uitten ze hun bezorgdheid over de nadelige gevolgen van de voorgenomen vereenvoudiging van het bekostigingsmodel voor het voortgezet onderwijs voor scholen in de ´regio´. Dit nieuwe model pakt nadelig uit voor scholen in krimpregio´s. Het houdt te weinig rekening met de omstandigheden in dunbevolkte gebieden. Daarom riepen de provinciebesturen op tot het opnemen van een ´krimpcheck´.
Noodklok
Nu luidt de VO-raad opnieuw de noodklok: verschillende middelbare scholen in krimpgebieden dreigen hun deuren te moeten sluiten, door teruglopende leerlingenaantallen en financieringsproblemen. Zeker tien middelbare scholen in Friesland, Groningen, Overijssel, Gelderland, Zeeland en Limburg verdwijnen mogelijk. Het wordt voor scholen in deze provincies steeds moeilijker om alle onderwijsniveaus van vmbo tot vwo aan te blijven bieden. In een artikel in NRC Handelsblad wordt de voorzitter van de VO-raad aangehaald. Die roept de overheid op om meer geld beschikbaar te stellen voor het overeind houden van middelbare scholen in krimpregio´s. Terecht! Het kan niet zo zijn dat goed onderwijs op redelijke afstand straks alleen nog in de Randstad bestaat. Ook scholieren in plattelandsregio´s moeten zeker zijn van goed onderwijs dichtbij.
Techniekopleidingen
In 2018 stelde ik in Provinciale Staten van Drenthe vragen over de toekomst van het techniekonderwijs in Drenthe. Toen werd duidelijk dat bijna een derde van alle vmbo-scholen in Nederland overwoog om hun techniekopleidingen te sluiten of samen te voegen. Nu staat opnieuw de bereikbaarheid van goed onderwijs in de regio op het spel. We willen Drenthe aantrekkelijk houden voor gezinnen met schoolgaande kinderen. Dan is goed, toegankelijk en betaalbaar onderwijs een belangrijke factor. Onderwijs dat uitzicht biedt op werk dat loont. Iedereen moet in Drenthe de kans hebben om het onderwijs te volgen dat bij hem of haar past. Reisafstand mag daarin geen beperkende factor worden.
Verantwoordelijkheid
Daarom moet de provincie schoolbesturen blijven aanspreken op hun verantwoordelijkheid om samen te werken. Zo kunnen we ook in Drenthe onze loodgieters, verzorgenden en leraren van de toekomst blijven opleiden. Daarnaast moeten we investeren in goed openbaar vervoer. Scholieren en studenten worden dan niet gedwongen hun woonplaats achter zich te laten om naar school te kunnen gaan. Bovendien moet de provincie zich in Den Haag inzetten voor extra geld om scholen in krimpregio´s overeind te houden. En tenslotte moet de provincie erop blijven hameren dat wet- en regelgeving die bedacht is in de Randstad, in de gebieden daarbuiten soms heel nadelig kan uitpakken. Op die manier kunnen we voor onze jeugd voorkomen dat de hashtag #hierkomikweg verandert in #hiergaikweg.
Rudolf Bosch is Statenlid voor de Partij van de Arbeid in Drenthe
Vandaag verscheen dit opinieartikel in Dagblad van het Noorden.
